maandag 31 oktober 2011

De Boskabouter

De lente is met afstand mijn favoriete seizoen, maar toch heeft ook de herfst zijn eigen charme. En om daarvan optimaal te genieten, ontkom je eigenlijk niet aan boswandelingen. Lange boswandelingen. Eigenlijk moeten het ook koude, lange boswandelingen zijn, zodat je na afloop dankbaar je verkleumde klauwen om een beker hete chocolademelk kunt klemmen. Toch: gistermiddag op de Scherpenberg (ergens tussen 't Harde, Epe, Wezep en Vierhouten) werd het een heel aardige herfstwandeling. Het voelde als een kostbaar stuk opvoeding. Liefde voor de natuur bijbrengen is immers heel belangrijk. En dus negeerde ik geklaag en gemor en bleef ik de meiden geduldig uitleggen dat bossen niet bedoeld zijn om de longen uit je lijf te schreeuwen ('Dan zien we nooit een hertje'). Tot halverwege de veldtocht was ik dus net Paulus de Boskabouter. En toen hoorde ik 'm. Eerst dacht ik dat het een soort turbokraai was: gekras, maar dan zwaarder, dieper, harder. Nee, het was geen vogel, maar een wild zwijn, niet ver achter ons. Ik ging net wat harder lopen, spoorde de meiden iets fanatieker aan om door te lopen en keek regelmatig achterom. Want ja, als bok heb je de taak je vrouwtje en je kalfjes te beschermen. Nelly keek het even aan en riep me toen droog tot de orde: 'Doe eens rustig, zo maak je de kinderen bang.'

dinsdag 25 oktober 2011

Hockeyer

OK, ik ga er toch iets van zeggen. Anderhalve maand geleden las ik 'Geloven in een God die niet bestaat' van Klaas Hendrikse, de dominee die niet in God gelooft. Deze dagen kun je geen krant openslaan of je komt hem opnieuw tegen. Zijn tweede boek is uit. Dat hoef ik niet te lezen, want boek 1 was duidelijk genoeg. Hendrikse gelooft niet in God, maar wilde toch dominee worden en blijven. Ergens in hem zit een drang om die tegenstrijdigheid kloppend te maken en daarvoor moet alles op zijn kop. Het beeld drong zich op van een hockeyer, een echte kakker, die lid wordt van een voetbalclub, zo'n hele volkse, met patat, kroketten en heel veel bier. En dat die hockeyer na een jaar of wat op de ledenvergadering het woord vraagt en voorstelt om vanaf de volgende zaterdag een stick te gebruiken tijdens de wedstrijd, de bal te verkleinen en de doelen ook. Eén passage trof me, want daarin gaf Hendrikse precies weer waar de clou zit. Hij zei (ik citeer misschien een beetje vrij, maar dat mag, zo merkte ik aan dit boek): 'Mensen die het allemaal niet zo precies weten, moeten daarin serieus genomen worden'. Als hij het woordje 'daarin' had weg gelaten, had hij mij gehad.

vrijdag 21 oktober 2011

Engelse les

Ware kosmopolieten voelden we ons, toen we in groep 8 Engelse les kregen. Nog een beetje onwennig leerde meester Cleveringa ons de klanken die we kenden van The A-team en Knight Rider. Tegenwoordig (ooooh wat klink je weer als een oude man!), tegenwoordig krijgen ze in groep 1 al Engels. Voorzichtig hoor, alleen wat 'basics', maar toch. Michal vertelde het vanmiddag trots. Vertederd hoorde ik haar zeggen: 'Wat is jouw neem?' En ik zei: 'Mai neem is papa'. Anne-Grethe schudde het wijze hoofd: 'Je moet niet zeggen: 'Wat is JOUW neem, maar wat is JOE neem'. Die correctie slikte Michal natuurlijk niet en meteen ontspon zich een felle grammaticale woordenwisseling. 'Michal', zei Anne-Grethe uiteindelijk wijs en ongeduldig. 'Ik kan echt wel Duits hoor.'

donderdag 20 oktober 2011

De drie wijzen

Even een test. Hoe heetten de drie zonen van Noach en wie waren de drie vrienden van Daniël. Iedereen met net zo'n degelijke gereformeerde opvoeding als ik dreunt dat natuurlijk meteen op: Sem, Cham en Jafet. Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Aan tafel kwamen de afgelopen weken de verhalen over de brandende oven van Nebukadnesar en de ark van Noach langs. De namen van de twee beroemde drietallen vielen dus regelmatig. Een paar dagen achter elkaar testte ik wat er was blijven hangen. Moeizaam bleef het plakken. Noëlle perstte er gisteren Abed-Nego uit en Sem is vanwege de naamsgenoot in huize Van Elburg ook bekend. Maar met name Michal vond het allemaal wel best. En ach: ze is net vier. Vandaag ging het over Jezus. Wie waren Zijn papa en mama, vroeg ik onze kleinste. Haar ogen glommen, want dat wist ze natuurlijk wel: 'Jafet en Maria!'

vrijdag 7 oktober 2011

Zijn dominees ook uniek?

Leerzaam moment voorin de kerk. De dominee leegt ten overstaan van de naar voren geroepen kinderen haar portemonnee en legt uit dat er een verschil van waarde bestaat tussen een euro en een briefje van 50. 'Zo hebben ook alle dingen een eigen waarde'. De kinderen (waaronder onze Michal en Anne-Grethe) knikken begrijpend, wachtend op de clou. Die komt vlot: of de waarde van mensen ook in geld uit te drukken is. 'Nee', beantwoorden ze deze retorische vraag in koor. 'Waarom dan niet?' Anne-Grethe maakt ons even trots: 'Omdat we kinderen van God zijn'. De dominee is blij dat de boodschap is geland en zegt: 'Dat klopt, elk mens is uniek.' Dan vindt Anne-Grethe het mooi geweest. Het is tijd voor een relativerende opmerking. Ze steekt haar vinger op en krijgt het woord: 'Er zijn wel heel veel dezelfde dominees'.

aktenzeichen 966.717712.7

Zeer geachte mevrouw Uffelman,

Onlangs had ik de eer van u een aandenken te bekomen van onze overigens zeer geslaagde vakantiereis naar Beieren. Ter hoogte van Kassel was u zo vriendelijk ons op de foto te zetten. Een afdruk daarvan is onlangs aan ons Nederlandse huisadres besteld. Bij de foto zat ook een brief, waarvan de inhoud helaas onduidelijk is. Dat komt omdat het schrijven is opgesteld in het soort ambtelijk Duits dat wij in de vierde van het VWO niet onderwezen kregen. Het doet mij daarom leed u ervan te verwittigen dat ik de brief leider als onverzonden moet beschouwen. Mijn verzoek is of u mij een afschrift dezer brief wilt sturen en dan wel een brief die is opgesteld in goed Nederlands. Ok een skreaven in de Urker taol is goed.

Met vriendelijken groeten,

Jelle Bakker

maandag 3 oktober 2011

Bijzonder drietal

Vijf seconden nadat vanochtend om 5 uur de wekkerhaan van mijn telefoon kraaide, stond het linker meisje op deze foto voor mijn neus. Jurkje en schone onderbroek in haar handen. Ze was helemaal van slag toen ik zei dat ze weer naar bed moest. En hoe moest dat nou als ik naar mijn werk vertrok en de haan met mij meeging in de telefoon? De rechter dame onderging gisteren een intensieve training onderwater zwemmen. Ze kan het, laat daar geen twijfel over bestaan. Met gemak zwom ze een meter of drie, vier onder water. Maar of ze het oog in oog met HET GAT ook kan, is natuurlijk vers twee. Vanavond zullen we het meemaken. De middelste demonstreert op deze foto een sterk staaltje bemiddeling. Want, laten we wel wezen, het is geen eenvoudige klus om met z'n drieën één zak koekkruimels leeg te eten.