vrijdag 23 januari 2009

Woorden niet nodig

Vroeger, heel vroeger, toen ik nog zanger in een band was, zong ik meestal maar wat. Als het maar Engels was en goed klonk bij de muziek. Bands waar ik fan van was bewonderde ik ook nooit om hun teksten. Het zou wel heel toevallig zijn, zo redeneerde ik, als hele goede muzikanten tegelijkertijd ook goede dichters waren. En: waarom zou een popster juist een waardevolle visie op het leven moeten hebben? Zonder dat ik er erg in had ging ik met het klimmen der jaren steeds meer bands waarderen die helemaal niet zongen. Explosions in the Sky en Karma to Burn bijvoorbeeld. Of (bijna hetzelfde): Sigur Ros (IJslandse teksten) of Motorpsycho (zo'n vet Noors accent dat het niet meer serieus te nemen is). Een band die het ook heel goed zonder woorden doet, is Mogwai. Ik heb een paar oudere cd's van ze en ontdekte op Youtube een nieuwer nummer. Zo mooi. Luister het maar eens en doe dan hetzelfde spelletje als ik wel eens met Noëlle deed in de auto: vertel na het liedje waar het over ging. Dat levert verrassende verhalen op.

donderdag 22 januari 2009

Mosterd

Elke avond bidt Noëlle nadrukkelijk voor het niet uitbreken van vulkanen. En ze is verzot op leverworst met nét iets teveel mosterd erop. Dan wappert ze al paniekerig met haar handje als ze toehapt. Papa spreekt ze uit als poppa. De computer heet De Kom en 's avonds voor het slapen gaan kijkt ze het liefst naar Lingo of real life programma's over Eerste Hulpposten. Zulke details ben je over tien jaar onherroepelijk vergeten, maar het zijn juist die dingen die het onthouden waard zijn. Die laten zien hoe iemand echt was. Gek dat mensen juist diploma's en rapporten bewaren.

donderdag 8 januari 2009

Flitspoppers

Ik was vroeger een gekke lezer. Op de basisschool las ik werkelijk alles wat los en vast zat. Zolang het maar over de Tweede Wereldoorlog ging. Mijn lijfboek was Engelandsvaarders van K. Norel en Snuf de Hond sliep bij wijze van spreken aan mijn voeteneinde. Rond mijn twaalfde ontdekte ik Stephen King en werd ik opgeslokt door de wereld van Christine, Het en Cujo. Na King kwamen Mulisch en Rosenboom. Ondertussen waren schrijvers als Thea Beckman, Annie M.G. Schmidt en Roald Dahl goeddeels aan mij voorbij gegaan. Gelukkig heb ik een dochter van bijna zeven. Samen hebben we de afgelopen weken de GVR gelezen. Ze rilt als ik vertel over de bottenkrakende, mensbaksels peuzelende Vleeslapeter. En als ik zeg dat je van fropskottel erg veel last van flitspoppers krijgt, dan giechelt ze net zo ondeugend als ik. Ik kan haast niet wachten om meer gaten in mijn literaire opvoeding op te vullen.

Taalvirtuoos

'Wat wil je op je brood?' vroeg mijn moeder gisteren aan Anne-Grethe. 'Pindakaas beppe', klonk het achter haar. Verbaasd draaide de oppasoma zich om naar Michal. 'Dat zei jij!' We kunnen er niet omheen dat onze jongste telg goede praatgenen heeft. Ze kwebbelt alles na en het is vaak nog verstaanbaar ook. Zelf heeft ze ook goed door dat ze 'door' komt. Als ze komt melden dat ze 'boekie lezen' wil (zoals op deze foto), dan kom je er niet onderuit. Ook 's nachts weet ze van geen ophouden met haar smeekbedes om 'ranja', 'flesje', 'uit' of 'beneden'. Als ouder ben je bij zoveel verbaal geweld meteen geneigd om te denken dat je kind dus wel heel slim zal zijn. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet, maar in dit geval denk ik eerlijk gezegd van wel.