zaterdag 7 augustus 2010
Hollandse jongen
Niet zo heel lang geleden was elke Hollandse jongen een handige jongen. Met een doos Meccano, een handje spijkers, een klosje garen en wat wrakhout kon hij alles maken. Huizen, boten, vliegtuigen, Deltawerken, you name it. Handigheid was een gegeven, die eigenschap was de grondtoon van je zijn. Velen maakten daarvan ook gebruik in hun dagelijks werk. De jongens die goed konden leren (zeg maar de Jelle Bakkers van die tijd) waren ook handig. Anno 2010 heb je twee soorten Hollandse jongens. De ene soort heeft alreeds op 12-jarige leeftijd het verstandige besluit genomen om een grondige studie aan de LTS te volgen. Ze zijn kind aan huis bij Gamma's en Praxisssen. Hun handen maken wat hun ogen zien. Uiteraard zijn ze gaarne bereid dat ook te doen voor die andere soort Hollandse jongen. Het soort dat 36 uur per week met het langzaam maar steeds zekerder uitdijende lijf tegen de rand van een bureau aan zit. Alleen vragen ze voor die diensten wel een riante vergoeding. Zo ontstonden zaterdagochtenden, waarop kantoorhelden de stoute schoenen aantrekken en in de weer gaan met boormachines, hamers en beitels. En lukt het dan, tegen alle verwachtingen in, om dat leuke kinderkapstokje aan een gipswand te bevestigen, dan is hij zo blij als een kind. Ook en vooral omdat met dat kapstokje een gat zo groot als een ei is weggewerkt. Een gat waarvan hij zelfs niet het begin van een idee had hoe hij dat anders had moeten wegwerken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten