dinsdag 25 oktober 2011

Hockeyer

OK, ik ga er toch iets van zeggen. Anderhalve maand geleden las ik 'Geloven in een God die niet bestaat' van Klaas Hendrikse, de dominee die niet in God gelooft. Deze dagen kun je geen krant openslaan of je komt hem opnieuw tegen. Zijn tweede boek is uit. Dat hoef ik niet te lezen, want boek 1 was duidelijk genoeg. Hendrikse gelooft niet in God, maar wilde toch dominee worden en blijven. Ergens in hem zit een drang om die tegenstrijdigheid kloppend te maken en daarvoor moet alles op zijn kop. Het beeld drong zich op van een hockeyer, een echte kakker, die lid wordt van een voetbalclub, zo'n hele volkse, met patat, kroketten en heel veel bier. En dat die hockeyer na een jaar of wat op de ledenvergadering het woord vraagt en voorstelt om vanaf de volgende zaterdag een stick te gebruiken tijdens de wedstrijd, de bal te verkleinen en de doelen ook. Eén passage trof me, want daarin gaf Hendrikse precies weer waar de clou zit. Hij zei (ik citeer misschien een beetje vrij, maar dat mag, zo merkte ik aan dit boek): 'Mensen die het allemaal niet zo precies weten, moeten daarin serieus genomen worden'. Als hij het woordje 'daarin' had weg gelaten, had hij mij gehad.

Geen opmerkingen: